Wegcode

Veilig wandelen

Wat als er geen voetpad is?


Als wandelaar ben je verplicht om eerst en vooral op het voetpad te stappen. Een voetpad is het deel van de weg dat speciaal is voorbehouden aan voetgangers. Is er geen voetpad, dan moet je wandelen op de begaanbare berm (verhoogd of gelijkgronds). Pas als ook dat niet mogelijk is, mag je een parkeerzone gebruiken. Is er geen parkeerstrook, dan pas mag je het fietspad gebruiken. Let wel op: op het fietspad moet je steeds doorgang verlenen aan de fietsers. Zijn ook de parkeerstrook of het fietspad geen optie, dan mag je op de rijbaan stappen. De eerste regel op die rijbaan is om zo links mogelijk achter elkaar te wandelen. Ook als je deelneemt aan een georganiseerde wandeltocht, moet je deze regels respecteren. Enkel als er zich een situatie voordoet, waarbij het erg goed te verantwoorden is om toch rechts achter elkaar op de rijbaan te stappen, dan mag dit. Dat kan bijvoorbeeld de veiligste optie zijn in een bocht, waar de zichtbaarheid aan de linkerkant erg beperkt is. Maak een veilige keuze.


Hoe en waar steek je over?


Als er op minder dan 20 meter afstand een oversteekplaats (zebrapad) te vinden is, dan ben je verplicht om die te gebruiken. Gaat het om een oversteekplaats zonder verkeerslichten of een agent die het verkeer regelt, dan moeten de aankomende bestuurders voorrang verlenen aan de overstekende voetgangers. Wees echter steeds voorzichtig en houd rekening met naderende voertuigen. Oversteken moet steeds haaks op de rijbaan gebeuren. De voetganger mag bovendien niet slenteren of onnodig blijven staan tijdens het oversteken. Als het voetgangerslicht op rood springt tijdens het oversteken, dan mag je verder lopen. Staat het licht op rood voor je begint met oversteken, dan moet je wachten, ook al maak je deel uit van een groep wandelaars. Op kruispunten zonder verkeerslichten mogen groepsleiders die gemachtigd opzichter zijn met verkeersbord C3 het verkeer stilleggen om de groep te laten oversteken. Om dit C3-bordje te mogen gebruiken moeten ze wel eerst een aanvraag doen bij het gemeentebestuur dat hiervoor bevoegd is. Zebrapaden op minder dan 20 meter moeten ook dan verplicht gebruikt worden, aanwijzingen met het bordje mogen niet in strijd zijn met verkeerstekens of verkeersregels.


Groepen zonder / met begeleider


Een groep is een geheel van personen met gemeenschappelijke kenmerken die een samenhangend geheel vormen van minimum 5 personen. Er mag geen ruimte zijn tussen de wandelaars onderling, ze moeten bij elkaar aansluiten en een groep vormen. Wat groepen wandelaars betreft, wordt er in de wet een onderscheid gemaakt tussen groepen met en zonder begeleider.
Groepen zonder begeleider* volgen de regels die gelden voor de individuele wandelaars m.a.w. deze groepen moeten links achter elkaar op de rijbaan stappen (als er geen veiligere optie zoals voetpad, berm of parkeerzone of fietspad mogelijk is).
Groepen met begeleider mogen aan de linkerkant van de rijbaan wandelen als ze achter elkaar wandelen. Als groep met begeleider mag je ook rechts wandelen op de rijbaan. In dat geval mag je met twee naast elkaar wandelen, maar mag je niet meer dan de helft van de rijbaan innemen.

Een ‘(bege)leider’ is een persoon die toezicht uitoefent op een groep, die de leden van de groep beveelt of aanwijzingen geeft, zonder dat hij een officiële functie uitoefent. Begeleiders van groepen moeten als volgt wandelen: een begeleider vooraan en een begeleider achteraan. Allebei moeten ze een fluo-hesje dragen. Bij verminderde zichtbaarheid moeten de begeleiders ook een lichtje dragen: de begeleider vooraan een wit licht, de begeleider achteraan een rood licht.


Kijk je ogen uit


Laat je aandacht, ook op trage wegen of binnen de valse veiligheid van de groep, niet verslappen. Wie met het hoofd in de wolken loopt, merkt te weinig van wat er rond zich gebeurt. Alert zijn en blijven, is in het verkeer levensbelangrijk. Anticipeer actief aan het verkeer. Signaleer aankomende manoeuvres tijdig aan andere weggebruikers. Dat kan met een simpel handgebaar. Doe dit niet blindelings, maar verzeker je ervan dat de andere weggebruikers de bedoeling van je handgebaar opgemerkt hebben. Zoek daarom steeds oogcontact met de betrokken chauffeur. De voetganger heeft voorrang op het zebrapad. Toch moet je altijd rekening houden met naderende voertuigen en is blindelings oversteken echt geen goed idee. Kan die auto nog stoppen? Komt daar geen roekeloos voorbijstekende bestuurder aan? Ook hier geldt: zoek oogcontact! Een dankjewel met een wuifgebaar of hoofdknikje doet altijd deugd… Hoffelijkheid werkt aanstekelijk! Wanneer er geen oversteekplaats voor voetgangers in de buurt is, steek dan over op een plaats waar je goed ziet en goed gezien wordt. Steek niet over in een bocht, op een helling, onder een brug of tussen geparkeerde voertuigen. Let op met de tram. De tram heeft altijd voorrang. Een zebrapad over de rails mag je dus niet zomaar oversteken als de tram nadert. Elke weggebruiker moet voorrang geven.


Kijk uit met alcohol, drugs en medicatie.


Na een stevige kuitenbijter kan een frisse pint echt deugd doen. Op zich kan dat verfrissende glas geen kwaad, maar te veel is ook voor de wandelaar te veel. Veel alcohol maakt je roekelozer en doet geen goed aan je evenwichtsgevoel en reactiesnelheid. Dat is geen goede combinatie in het verkeer ook voor de voetganger. Een dronken wandelaar kan overigens een boete krijgen. Drugs zijn vanzelfsprekend geen goed idee, maar kijk ook uit met de neveneffecten van bepaalde medicamenten. Heel wat wandelaars komen met de auto naar de wandeltocht. Alcohol – maar natuurlijk ook drugs en bepaald geneesmiddelen – en rijden gaan niet samen. Zo breng je jezelf en anderen in gevaar. Vanaf een alcoholconcentratie van 0,5 promille in je bloed ben je strafbaar als je een voertuig bestuurt. Hoeveel je kunt drinken voor je dit percentage bereikt, hangt af van verschillende factoren. Het veiligste is nog steeds de keuze om geen alcohol te drinken als je moet rijden.


Communicatie tijdens het wandelen


Elkaar verwittigen tijdens een wandeling is belangrijk. Is er een opstakel van welke aard ook (put, steen, pinnekesdraad,...), dit kan een gevaarlijk opstakel zijn en valpartijen veroorzaken. Als er een andere weggebruiker opduikt; fietser, jogger, voertuig, tractor is het belangrijk de andere deelnemers hiervan te verwittigen door even iets te roepen. Op die manier vermijden we problemen met alle gevolgen van dien.


Bron: wandelsport Vlaanderen vzw

unsplash